Palmen

Dit is de vraag die iedereen stelt, maar die lastig te beantwoorden is. De benodigde hoeveelheid water hangt namelijk af van verschillende factoren: het seizoen, het type palm, de standplaats ten opzichte van het raam, de binnentemperatuur, de luchtvochtigheid, de mate van tocht, de grootte van de palm, en de afmetingen van de pot waarin hij staat.

Om te bepalen hoeveel water nodig is, kun je regelmatig met je vinger de grond controleren. Als je de juiste hoeveelheid water hebt gegeven, voelt de grond na een week iets droger aan. Is de grond na een week nog erg nat, dan sla je een week over. Is de grond al redelijk droog, dan geef je wekelijks iets meer water. Voor zakelijk gebruik is dit echter niet altijd praktisch. Daarom raden wij aan om gebruik te maken van een watermeter voor een nauwkeurigere benadering.

Wil je er zeker van zijn dat je de juiste hoeveelheid water geeft? Gebruik dan een watermeter met een vlottersysteem. Deze watermeters drijven en duwen een rood stokje omhoog. Alleen watermeters die volledig op de bodem zijn geplaatst, geven een nauwkeurige waterstand aan. Dit systeem werkt het beste met een zeer poreus vulkanisch substraat en de juiste maat plantenbak.

Geef eenmaal per maand water tot het peilstokje omhoog komt. Het water wordt door het substraat opgenomen en geleidelijk aan de palm afgegeven. Als het peilstokje weer naar beneden gaat, betekent dit niet dat je opnieuw water moet geven, omdat er dan nog genoeg water in het substraat aanwezig is.

Als je jouw palmen bij Ha-ll-o Beplanting bestelt, kun je ze professioneel door ons laten verpotten met een watermeter en vulkanisch substraat. Met onze service ben je verzekerd van de juiste watermeter, professioneel substraat en de juiste maat plantenbak, zodat je optimaal kunt genieten van jouw plant.(verpot service)

Heb je een nieuwe palm aangeschaft maar geen watermeter? Controleer dan in de beginperiode regelmatig de vochtigheid van de grond. Als de aarde drie dagen na het water geven alweer droog aanvoelt, is het belangrijk om aanzienlijk meer water te geven.

Vergeet niet dat de dagen in de lente langer worden. De palm ontvangt meer licht, groeit sneller en verbruikt daardoor ook meer water.

Vergeet je soms om je palm water te geven? Of wil je dit minder vaak doen? Overweeg dan een grotere plantenbak te kiezen die meer substraat kan bevatten. Hoe meer substraat er is, hoe meer water er kan worden opgenomen. Dit biedt de palm een grotere waterbuffer, waardoor het water geven veel eenvoudiger wordt.

Met een grotere plantenbak geef je dus per keer meer water, maar hoef je dit minder vaak te doen.

Over het algemeen kan je beter een standplaats voor het raam op het zuiden vermijden. Hier zal een palm te veel direct zonlicht ontvangen. Plaats bij voorkeur een palm voor een raam op het noorden, oosten of westen. Een beetje direct zonlicht in de avond of ochtend is geen probleem.

Enkele uitzonderingen zijn de Trachycarpus, Bismarckia en Chamaerops. Deze palmen wensen zeer veel direct zonlicht.

De hoogte van een raam bepaalt ook de afstand waarop de schaduwzone begint, die men een schaduwplaats noemt. Bij een raam van 2,5 meter hoog geldt dus dat een afstand van 2,5 meter vanaf het raam ook als schaduwplaats wordt beschouwd.

Palmen die goed gedijen in de schaduw en weinig zonlicht nodig hebben, zijn onder andere de Rhapis en Caryota palm. Hoewel de Kentia palm ook een beperkte lichtbehoefte heeft, vereist deze toch aanzienlijk meer licht dan de Rhapis. Dit zijn bovendien palmen die Ha-ll-o Beplanting aanbeveelt voor gebruik in kantoren, waar de lichtintensiteit vaak lager is.

Palmen die te veel licht ontvangen, verbruiken meer water en kunnen lichter van kleur worden, soms zelfs geelachtig. Als een palm die gewend was aan een donkerdere omgeving plotseling wordt verplaatst naar een locatie met volop zonlicht, kan dit leiden tot bladverbranding. Dit is vooral zichtbaar aan de kant van het raam, terwijl de bladeren aan de achterkant vaak beter behouden blijven.

Veel nieuwe kantoren hebben in het glas een UV-filter, wat de lichtintensiteit aanzienlijk vermindert. In dit geval kun je een palm vaak probleemloos voor een raam op het zuiden plaatsen.

Weet jij niet welke palm geschikt is voor jouw kantoor? Wij helpen graag met het maken van de juiste keuzes. Wanneer je ons foto's stuurt van de locatie, kijken we graag met je mee. Ook geeft een plattegrond ons een goede blik op de mogelijkheden. (advies)

De meeste palmen die binnen worden gehouden, bestaan uit meerdere stammen die samen in een pot zijn geplaatst. Als je bruine bladeren opmerkt, zijn dit waarschijnlijk de onderste bladeren van een stam. Het nieuwe, frisse blad groeit bovenin de palm. Bij grote palmen buiten is dit veel duidelijker zichtbaar. Gelukkig is dit geen reden tot zorg; het is een natuurlijk proces in de ontwikkeling van een palm.

Probeer deze oude bladeren niet eruit te trekken, want ze zitten meestal nog stevig aan de stam vast. Om je palm er toch fris uit te laten zien, is het verstandig om deze bladeren regelmatig met een snoeischaar af te knippen.

Als ook de bovenste bladeren van een stam geel of bruin worden, is er mogelijk iets aan de hand. Dit kan duiden op een onjuiste watergift. Lees hiervoor de informatie over water geven bovenaan deze pagina nog eens door.

Bij de Areca palm zul je regelmatig bruine puntjes op de bladeren aantreffen, terwijl een Kentia palm hier minder vaak last van heeft. Toch blijft geen enkele palm helemaal vrij van bruine puntjes. Dit is een natuurlijk verschijnsel en kan niet volledig worden voorkomen. Als je toch veel last hebt van bruine punten, zijn er op internet veel mogelijke oorzaken te vinden. Een veelvoorkomend misverstand is dat de bruine puntjes ontstaan door het aanraken van de bladeren of doordat men vaak langs de palm loopt. Dit is echter niet waar.

Bruine punten ontstaan doordat de bladeren sneller water verdampen dan de palm kan opnemen. Het helpt dan niet om meer water te geven, omdat de palm het water niet snel genoeg naar de bladpunten kan transporteren. Wat je wél kunt doen, is de waterverdamping beperken door de luchtvochtigheid te verhogen. Dit kun je bijvoorbeeld doen door de palm dagelijks te besproeien met water. We begrijpen echter dat niet iedereen daar de tijd of mogelijkheid voor heeft.

Daarnaast verdampen de bladeren meer water als er sprake is van tocht, net zoals was sneller droogt in de wind. Heb je veel bruine puntjes, dan staat je palm waarschijnlijk bij een raam of deur die regelmatig openstaat. Als je de bladeren vaak ziet bewegen, is dit waarschijnlijk het gevolg van tocht of wind. In dat geval kun je de palm het beste naar een andere plek in de ruimte verplaatsen.

Je kunt de bruine puntjes eenvoudig met een schaar afknippen, zodat je palm er weer fris uitziet.

Soms zie je het niet meteen, daarom is het verstandig om je palm elk seizoen goed te controleren op ongedierte. Bij hogere temperaturen vermeerdert ongedierte zich sneller, dus wees extra alert in de zomer. Kijk goed onder de bladeren en in het hart van de palm. Zie je iets verdachts? Maak dan een foto en stuur die naar ons, zodat wij je kunnen adviseren over de bestrijding.

Als de plaag beperkt is tot een deel van de palm, knip dit dan direct weg. Voordat je kunt beginnen met bestrijden, zijn er vaak enkele dagen nodig, en een plaag kan zich snel verspreiden. Het verwijderen is meteen effectief.

Ongedierte betekent niet altijd dat je palm ongezond is; vaak is het gewoon pech dat het beestje jouw plant heeft bereikt. Controleer nieuwe planten direct om te voorkomen dat ze andere planten besmetten. Ook kan tocht ervoor zorgen dat beestjes naar jouw plant verplaatst worden.

Zie je bruine sliertjes onder het blad aan de nerf hangen? Maak je geen zorgen, dit zijn vezeltjes die vaak verschijnen bij nieuw blad van bijvoorbeeld de Kentia palm. Ze worden soms onterecht aangezien voor ongedierte, maar zijn volkomen normaal en onschadelijk.

Palmen kunnen twee verschillende bladtypen hebben: bladeren in de vorm van een waaier of veer.

Veerbladige palmen hebben bladeren die lijken op een veer, waarbij de blaadjes langs beide zijden van een centrale nerf groeien. Dit geeft het blad een langwerpige, gescheiden structuur. Voorbeelden van veerbladige palmen zijn de Kentia, Caryota en Veitchia.

Waaierbladige palmen hebben bladeren die uitstralen vanuit een centraal punt, zoals de vingers van een hand. De nerven lopen vanuit een enkel centraal punt naar buiten. Bij sommige soorten, zoals de Rhapis, zijn de blaadjes los van elkaar. Terwijl bij andere, zoals de Licuala, de blaadjes verbonden zijn, waardoor het blad een meer ronde vorm krijgt.

Veel voorkomende palmen die je in Nederlandse woningen aantreft zijn:

• Areca (Dypsis lutescens). Een populaire kamerplant vanwege zijn lage prijs en goede luchtzuiverende eigenschappen.
• Chamaedorea blijft relatief klein, met een maximale hoogte van 2,5 meter.
• Phoenix Roebelenii heeft het typische palmboomuiterlijk met een dikke stam, maar vereist veel water. Pas op voor de scherpe doorns.
• Phoenix Canariensis heeft zeer lange veerbladige bladeren.
• Licuala grandis heeft een hoge luchtvochtigheid nodig en heeft opvallende ronde bladeren.
• Cocospalm wordt vaak goedkoop aangeboden. Een opvallende verschijning omdat de palm uit de bekende kokosnoot groeit. Maar de palm overleeft het zelfden lang in de woonkamer.

De volgende palmsoorten zijn een stuk sterker en makkelijker te verzorgen. Daardoor adviseren wij deze palmen voor kantoor.

• Rhapis palmen zijn uitstekend voor ruimtes met beperkt zonlicht zoals een kantoor en hebben volle, gekartelde bladeren aan de top.
• Kentia palmen hebben meer licht nodig dan Rhapis-palmen, maar ze kunnen zich goed aanpassen aan verschillende lichtomstandigheden.
• Een Veitchia palm onderscheidt zich doordat deze palm ook als enkelstammige palm wordt verkocht. Hiervoor heb je wel een hoger plafond nodig, want de stam wordt pas goed zichtbaar bij een hoogte vanaf 2,5 meter. Hiermee krijg je het typische palmboom effect.
• Caryota palmen, ook wel vissensstaartpalmen genoemd, hebben driehoekige bladeren. Dit maakt ze onderscheidend ten opzichte van traditionele palmen.

Je hebt de keuze uit twee soorten plantenbakken: met of zonder drainage. Een drainagepot heeft een gat in de onderkant, waardoor overtollig water kan weglopen. Dit voorkomt dat de plant te veel water krijgt. Zorg ervoor dat je wekelijks water geeft en dit opvangt in de gootsteen of met een schotel.

Een waterdichte pot is ideaal voor kantooromgevingen, omdat deze voorkomt dat er overtollig water op de vloer terechtkomt. Houd er echter rekening mee dat je een watermeter nodig hebt om te weten hoeveel water je de plant mag geven.

Palmen worden vaak in kleinere kweekpotten gekweekt om ruimte te besparen tijdens transport. Dit is effectief in een kweekkas, waar de luchtvochtigheid hoger is en regelmatig water wordt gegeven. Voor gebruik op kantoor zijn deze kweekpotten echter te klein. Een nieuwe plantenbak moet daarom een grotere afmeting hebben. Hoe groter de plantenbak, hoe meer substraat erin past en hoe meer water er kan worden opgeslagen. Dit betekent dat je minder vaak water hoeft te geven. Als richtlijn kun je aanhouden dat de diameter van de plantenbak minimaal 25% van de hoogte van de plant moet zijn. Voor een palm van 180 cm hoog heb je dus een plantenbak van minimaal 45 cm nodig.

Bestel je bij Ha-ll-o Beplanting, dan kun je kiezen voor onze professionele verpotservice. In dat geval volgen wij de volgende stappen:

1. Wij maken de plantenbak waterdicht als dit nog niet het geval is.
2. Wij controleren of de plantenbak groot genoeg is, zodat de palm ongeveer een maand over het waterverbruik doet.
3. Een watermeter wordt op de hoogte van de plantenbak afgeknipt, zodat hij minimaal uitsteekt. De watermeter maakt het mogelijk om het maximale waterniveau te controleren.
4. We vullen de bodem met een laag vulkanisch gesteente zoals bims.
5. Hierop plaatsen we de plant zonder kweekpot, op de juiste hoogte, zodat de wortelkluit net onder de rand van de sierpot uitkomt.
6. De plantenbak wordt vervolgens afgevuld met bims. Dit substraat ziet er het mooist uit en reguleert het water het beste.
7. Vervolgens geven wij samen met de klant de palm water, zodat we de werking van de watermeter kunnen uitleggen.